Zuid-Afrika is een heel groot land, met grofweg twee verschillende klimaatzones: droge en warme winters gecombineerd met natte en hete zomers, of natte en koele winters gecombineerd met droge en warme zomers. Maar binnen in die twee klimaatzones zijn er ook weer veel verschillende natuurgebieden of biomen te vinden. Deze biomen worden natuurlijk beïnvloed door de weersomstandigheden, maar onder andere ook door de soort grond die daar voorkomt, door hoogteverschillen en nog veel meer. Binnen deze biomen zijn in de loop der jaren veel verschillende natuurgebieden gevormd, waarvan sommige ook wildparken, of game reserves, zijn. Dit betekent dus dat het een (meestal beschermd) natuurgebied is waar wilde dieren vrij leven. In Zuid-Afrika heb je er daar héél veel van, maar welke zijn het nou waard om te bezoeken?

Self-drive parken

De wildparken in Zuid-Afrika zijn grofweg te verdelen in parken waar je met een eigen auto rond mag rijden, en zogenoemde private game reserves waar dit niet mag en je dus onder begeleiding van een gids op pad gaat. In de parken waar je wel zelf rond mag rijden kun je overigens vaak wel ook een wildrit of -wandeling boeken met een gids, dus dan kun je eventueel allebei ervaren (hoewel de kwaliteit van wildritten en -wandelingen in een private game reserve vaak wel beter is)!

Kruger National Park

We beginnen natuurlijk met het allerbekendste wildpark in Zuid-Afrika: het Kruger National Park. Het Krugerpark ligt in het noordoosten van Zuid-Afrika en grenst aan het Limpopo National Park in Mozambique en het Gonarezhou National Park in Zimbabwe. Inmiddels zijn de hekken tussen deze drie parken neergehaald en dus kunnen de dieren vrij bewegen in dit enorme gebied. In het Krugerpark is het vooral gebruikelijk om met eigen (huur)auto rond te rijden en op zoek te gaan naar dieren. De “wilddichtheid” is heel hoog, dus de kans is groot dat je veel ziet – hoewel het natuurlijk ook altijd een kwestie is van geluk hebben! Je wordt vaak wel een handje geholpen doordat er in ieder kamp een bord hangt waar iedereen met magneetjes aan kan geven waar ze bepaalde (grote) dieren hebben gezien, zodat je op basis hiervan je route kan plannen. Er zijn heel veel wegen en paden in het park, en hoewel alles goed bewegwijzerd is, is het wel een goed idee om een kaart van het park te kopen bij aankomst.

Er zijn verspreid over het hele park diverse kampen waar je kunt overnachten. Sommige zijn groter en hebben bijvoorbeeld een winkel(tje) en een restaurant. Andere zijn wat meer basic (en vaak rustiger) en hebben geen restaurant en/of winkel(tje). Veel van de kampen zijn mooi gelegen, met bijvoorbeeld uitzicht op een rivier waar ook regelmatig dieren te zien zijn.

Hluhluwe-Imfolozi Game Reserve

Hluhluwe-Imfolozi Game Reserve ligt dichtbij de oostkust van Zuid-Afrika, net ten zuiden van Swaziland. Het park lijkt qua natuur wel een beetje op het zuidelijke deel van Kruger, maar is wel een stuk kleiner. Al het groot wild komt er voor, en het park is met name bekend van het succesvolle neushoornprogramma dat hier al sinds de jaren ’50 van de vorige eeuw loopt. Een onmisbaar succesverhaal in de huidige strijd tegen de stroperij van neushoorns!

Er zijn in het park maar twee kampen waar je als self-drive bezoeker kunt verblijven. Dit zijn Mpila Camp in het centrale/zuidelijke deel van het park en Hilltop Camp in het noordelijke deel van het park. Beide kampen zijn erg leuk en wat betreft voorkeur is het maar net waar iemand naar op zoek is: Hilltop is wat groter en heeft huisjes (met en zonder eigen keuken), een restaurant en een zwembad. Mpila is kleiner en heeft bijvoorbeeld geen restaurant. In Mpila is het erg leuk om te verblijven in één van de safaritenten, waar je slaap in een ruime en-suite tent gebouwd op een houten vlonder en de beschikking hebt over je eigen keukentje. ’s Nachts hoor je alle geluiden van de bush en het geeft je het gevoel dat je overal middenin zit.

iSimangaliso Wetlands Park

Dit park ligt aan de oostkust van Zuid-Afrika, vlakbij Hluhluwe-Imfolozi, maar ziet er heel anders uit. Dit is een veel natter en dus veel groener en begroeider gebied. De meeste mensen verblijven hier in het leuke dorpje St. Lucia, waar er veel leuke restaurantjes en cafés zijn. Vanaf hier zijn er ook veel verschillende activiteiten te organiseren, bijvoorbeeld een boottocht over Lake St. Lucia, waar je bijna altijd krokodillen, nijlpaarden en veel vogels zult zien. Maar ook wildritten in het park zijn mogelijk. De Big 5 leeft hier niet want er zijn geen leeuwen, maar de andere “leden” zijn er wel en worden ook steeds vaker gezien.

In St. Lucia zelf zijn er vele leuke guesthouses en bed & breakfasts. Het is een vrij toeristische bestemming, maar zoiets ontstaat natuurlijk vooral op plekken waar er ook iets bijzonders te zien en/of te doen is. Wij vinden dus dat St. Lucia en het iSimangaliso Wetlands Park zeker wel de moeite waard is om te bezoeken, zeker omdat het zo anders is dan andere wildparken en natuurgebieden in het land.

Addo Elephant National Park

De naam zegt het al: er leven in Addo Elephant National Park veel olifanten! Addo ligt in het zuiden van het land, vlakbij Port Elizabeth, en in een ver verleden kwamen hier al olifanten voor. Die werden helaas bijna helemaal uitgeroeid, maar gelukkig werd het gebied nét op tijd uitgeroepen tot nationaal park en kon de populatie zich over de jaren weer herstellen. Andere dieren van de Big 5 komen er ook voor, maar de “wilddichtheid” is niet zo groot als in bijvoorbeeld het Krugerpark. Addo is echt wel een leuke safaribestemming, zeker met bijvoorbeeld jonge kinderen. Het verblijf in het park is in eenvoudige huisjes, soms met eigen keuken.

Marakele National Park

Marakele National Park is een kleiner wildpark in het noordwesten van Zuid-Afrika. De Big 5 komt er voor, maar wordt niet heel erg vaak gezien. Het is met name een leuk park voor een ideale eerste of laatste tussenstop naar of van Botswana. Wat wel bijzonder is in Marakele is de grootste kolonie van broedende Kaapse gieren, bovenop een berg waar je helemaal naar de top kunt rijden. Vanaf de top zie je de gieren vaak rondvliegen en heb je bovendien een prachtig uitzicht over de natuur en de nabij gelegen bergketen.

Mapungubwe National Park

Mapungubwe ligt in het uiterste noorden van Zuid-Afrika, op de grens met Botswana en Zimbabwe en is een werkelijk prachtig natuurgebied. Er komen zeker dieren voor en zelfs de Big 5 leeft er, maar het meest bekende aspect van Mapungubwe is toch wel de archeologie van het park. Het park staat op de UNESCO Werelderfgoedlijst vanwege de vele archeologische vondsten die er gedaan zijn. In 1932 werden er gouden sieraden, ivoor, kralen en potten gevonden, maar ook grafkelders en bewijs van uitgebreide dorpen van ca. 900 – 1300. Je kunt zelf rondrijden in het park en de prachtige natuur bewonderen (dieren zijn het vaakst in het westelijke deel van het park), maar ook is het mogelijk om activiteiten te boeken bij de receptie en bijvoorbeeld de archeologische vindplaatsen te bezoeken. Er zijn twee kampen in het park, in het oostelijke en westelijke deel. In het kamp in het westelijke deel van het park zijn weinig voorzieningen, je slaapt dan in een ruime safaritent met badkamer en keukentje. In het andere kamp zijn er meer faciliteiten en kun je bijvoorbeeld eten in het restaurant.

Private Game Reserves

In de privé wildparken, of private game reserves, mag je over het algemeen niet zelf met eigen auto rondrijden. Meestal slaap je in een dergelijk park dus in een lodge vanwaar je met een gids op pad gaat in een (normaal gesproken) open safari voertuig. Je kunt hier dus lekker achterover leunen en wachten tot de ranger de dieren voor je vindt. Bovendien mogen deze rangers vaak ook van de paden af en na het donker nog rondrijden, iets wat je met een eigen huurauto in een self-drive park niet mag. Ook is het soms mogelijk om wandelingen te doen en te voet dieren te spotten – een bijzondere ervaring!

De lodges in deze private game reserves zijn vaak van een stuk hoger niveau dan de eenvoudige kampen in de self-drive parken. Meestal zijn alle maaltijden en twee wildritten per dag inbegrepen en het is dus echt een kwestie van je even enkele dagen heerlijk in de watten te laten leggen. Normaal gesproken raden we aan om minimaal twee nachten door te brengen in een dergelijke lodge. Buiten dat dit de kans vergroot op het zien van zoveel mogelijk dieren (het blijft ook hier een zekere mate van geluk hebben), heb je dan ook een volle dag de tijd om te genieten van de lodge waar je verblijft, die vaak mooi gelegen is met soms ook een uitzicht over de bush of een drinkplaats waar dieren kunnen komen. Eventueel is het ook leuk om een dergelijk verblijf te combineren met een verblijf in een park waar je zelf kunt rondrijden, aangezien het toch ook altijd weer een bijzondere ervaring is om in je eigen auto te zitten en een olifant, neushoorn of welk dier dan ook voor je neus de weg over te zien steken!

Greater Kruger gebied

Grenzend aan het Kruger National Park zijn er vele van deze private game reserves. De meeste hiervan staan in open verbinding met elkaar en het Krugerpark en de dieren kunnen vrij verplaatsen in dit enorme gebied. De wildstand in deze gebieden is over het algemeen zeer goed en omdat er al sinds jaar en dag safarivoertuigen rondrijden in deze omgeving, zijn veel van de dieren opgegroeid met deze voertuigen om hen heen. Dit betekent dat ze gewend zijn aan de safarivoertuigen met toeristen en dat ze zich er weinig van aantrekken – vaak zijn ze volledig ontspannen en kijken ze niet op of om. Dit geeft de rangers de mogelijkheid om de dieren vaak tot dichtbij te benaderen (uiteraard wel nog altijd de comfortzone van de dieren in acht nemend) en dit zorgt dan weer voor prachtige foto’s en herinneringen.

Malariavrij

Het Kruger National Park en omgeving ligt in een (laag-risico) malariazone, maar er zijn regelmatig mensen die liever niet naar een dergelijk gebied reizen, bijvoorbeeld gezinnen die met (jonge) kinderen reizen. En deze mensen willen het liefst toch ook een onvergetelijke safari-ervaring. Niet getreurd, er zijn in Zuid-Afrika ook diverse uitstekende safarigebieden die in een malariavrij gebied liggen! Zo is er bijvoorbeeld Madikwe Game Reserve, in het noordwesten van Zuid-Afrika op de grens met Botswana. Madikwe is om meer redenen dan alleen het malaria-aspect een bezoek waard. Het landschap in dit park doet een beetje aan de woestijn denken: ongerept, veelal droog en het aardoppervlak is bedekt met het fijne oranje gekleurde zand dat je bijvoorbeeld ook in de Kalahari woestijn terugziet. In tegenstelling tot in de echte woestijnlandschappen niet veel verderop, komen in Madikwe echter wel olifanten voor (die bijzonder oranje-achtig gekleurd zijn door de kleur van het zand) alsmede alle andere Big 5 dieren. Voorheen leefden hier ook grote families wilde honden, in veel natuurgebieden een zeldzaamheid, maar enkele jaren terug brak er een ziekte uit en stierven veel van de wilde honden helaas. Inmiddels herstelt deze bijzondere soort zich weer enigszins en worden ze weer vaker gespot tijdens wildritten.

Naast Madikwe zijn er nog meer goede malariavrije safarigebieden, verspreid over het hele land. Denk bijvoorbeeld aan Nambiti Game Reserve in de provincie KwaZulu-Natal, ideaal te combineren met een bezoek aan de prachtige Drakensbergen. Of Amakhala Game Reserve in het zuiden van het land, perfect in te brengen in een reis naar Kaapstad en de Tuinroute.

Met de vele mogelijkheden die het land te bieden heeft en de enorme kennis die wij, uit eigen ervaring, over de jaren hebben opgebouwd, is het in principe altijd mogelijk om een prachtige reis op te stellen voor alle wensen en ideeën. Naast de wildparken is er nog zoveel moois te zien in Zuid-Afrika! Kijk hier alvast naar enkele reizen naar Zuid-Afrika, waar veel van de bovenstaande gebieden al in verwerkt zijn. En neem dan contact met ons op om de reis van jouw dromen door ons op maat te laten maken!