Krugerpark
Het Krugerpark (officieel Kruger National Park) is slechts één van de vele wildparken in Zuid-Afrika, maar is wel de grootste en zeker de meest bekende. Het park is ligt in het uiterste noordoosten van Zuid-Afrika en is maar liefst 20.000km2 groot. Krugerpark is echter een stuk langer dan dat het breed is en hierdoor kom je tussen het noorden en het zuiden van het park een enorme variëteit aan natuur en dus ook diersoorten tegen. Het zuiden van het park heeft de meest afwisselende natuur en er is relatief veel water, dus hier is de wilddichtheid normaal gesproken het grootst. Verder naar het noorden verandert de ondergrond en dus de begroeiing. Hier kom je minder open vlaktes tegen en bestaat veel van de omgeving uit Mopane bomen. Dit trekt wat minder dieren aan en hoewel er hier nog genoeg wilde dieren leven en er nog steeds veel te zien is, zijn er in vergelijking met het zuidelijke deel van het park wel minder dieren.
Geschiedenis
In 1898 was het Paul Kruger, de toenmalige president van de Transvaal Republic, die het voor elkaar kreeg dat het gebied tussen de Sabie en de Crocodile rivier uitgeroepen werd tot een zone met beperkte jacht. Het park werd toen nog het Sabie Game Reserve genoemd en het was pas in 1926, toen het Sabie en het Shingwedzi Game Reserve werden samengevoegd, dat het Kruger National Park tot stand kwam. Een jaar later werden de eerste paden aangelegd en toeristen konden op dagbezoek naar het park. Het duurde nog een jaar voordat de eerste hutten gebouwd werden in (wat nu bekend staat als) Satara, Pretoriuskop en Skukuza en toeristen daadwerkelijk in het park konden overnachten. Niet veel later werden ook de eerste hutten in het hedendaagse Olifants, Balule en Letaba gebouwd en andere kampen volgden al snel. De laatste twee kampen werden geopend in 1946; Pafuri helemaal in het noorden en Lower Sabie helemaal in het zuiden van het Krugerpark.
Het Kruger National Park staat natuurlijk met name bekend om de safari en de vele diersoorten die hier leven, maar wat weinig mensen weten is dat het Krugerpark ook een rijke culturele historie heeft. Er zijn ruim 250 culturele historische plekken in het park, inclusief een groot aantal rotstekeningen. Verder is er over de jaren veel bewijs gevonden voor het leven van mensen die in de Stone Age en de Iron Age leefden.
Big 5
De welbekende Big 5 (olifant, neushoorn, leeuw, luipaard en buffel) leeft in het park, waarvan er verreweg het meeste olifanten zijn. Olifanten trekken van noord naar zuid en van oost naar west en zijn dus door het gehele park te vinden. Buffels houden van water, dus die zijn in principe het vaakst te vinden in gebieden waar er genoeg water is. Ze zijn dus door het hele park verspreid te zien, maar het meest in de buurt van diverse drinkplaatsen of rivieren. Zowel leeuwen als luipaarden zijn territoriaal, dus die blijven over het algemeen in een bepaald gebied (totdat ze verstoten worden door een soortgenoot). In het zuidelijke deel van het park is er het meeste voedsel voor planteneters, die dan weer prooi zijn voor de katachtigen, dus daar worden er regelmatig leeuwen en luipaarden gespot. In het noorden van het Krugerpark zijn deze sightings iets zeldzamer, maar ook daar leven prooidieren en dus roofdieren. Neushoorns zijn een iets ingewikkelder verhaal. In het uiterste noorden van het park worden deze dieren zelden gezien. Meer naar het zuiden ziet men ze met meer regelmaat, maar ook dat wordt door de heftige stroperij helaas steeds minder. De witte neushoorn wordt nog het vaakst gezien, maar de zwarte neushoorn is inmiddels een echte zeldzaamheid geworden in het Kruger National Park.
Overige diersoorten
Naast de Big 5 zijn er natuurlijk nog vele andere diersoorten in het park te vinden. Deze vijf meest bekende dieren zijn er maar een paar van de maar liefst 147 soorten zoogdieren in het park! Denk hierbij aan vele soorten antilopen, waaronder de zeldzame Roan en Sable, roofdieren zoals cheetahs, wilde honden en hyena’s, maar natuurlijk ook nachtdieren als de honingdas, het stekelvarken en diverse kleinere katachtigen. En nog vele soorten meer! En vergeet daarnaast niet alle reptielen, amfibieën, de vele bomen en planten en de ruim 500 verschillende soorten vogels die in het park leven. Al deze dieren en planten zijn bijzonder op hun eigen manier en hoe meer je op andere dingen dan de Big 5 gaat letten, hoe meer de waardering voor de prachtige en bijzondere natuur in het Krugerpark zal stijgen.
Accommodatie
In het Krugpark zelf zijn diverse kampen, groter en kleiner, met diverse soorten faciliteiten. Er zijn 12 hoofdkampen, waarvan de meeste beschikken over een restaurant, een winkeltje en een zwembad. Daarnaast zijn er 4 satelliet kampen en andere kleinere kampen, waarbij er vaak geen extra faciliteiten zoals een restaurant of winkel zijn. Hier is het dus de bedoeling dat je zelf kookt – of echt op z’n Zuid-Afrikaans braait (barbecue – bijna een nationale sport!). De accommodatie zelf is vaak eenvoudig, het zijn kamers, bungalows of safaritenten, waarbij er een keuze is tussen eigen sanitair en/of keuken of niet. Kamperen in Krugerpark kan ook en is heel populair. De kampeerterreinen zijn meestal onderdeel van de grotere kampen en je kunt dus ook gebruik maken van dezelfde faciliteiten. De toilet- en doucheblokken zijn over het algemeen prima en worden goed schoon gehouden. Aan het andere eind van het spectrum zijn er nog enkele zeer luxe lodges in het Krugerpark te vinden, hoewel die officieel niet onder het management van het park vallen. Dit zijn dure maar zeer mooi gelegen lodges, waarbij vaak alles is inbegrepen (dus ook wildritten door het park).
De kampen in het Krugerpark zijn vrijwel allemaal omheind, dus grotere dieren komen normaal gesproken niet in de kampen (maar blijf altijd alert!). Dit maakt het ook een ideale bestemming voor reizen met kinderen. In de kampen zelf kunnen ze vrij spelen en rondrennen, iets dat vaak in andere safarigebieden niet kan vanwege het gebrek aan hekken en de aanwezigheid van wilde dieren.
Klimaat
Het Krugerpark ligt in het noordoosten van Zuid-Afrika, in het zogenoemde Lowveld. Het klimaat hier is over het algemeen zeer aangenaam: milde, droge winters en natte, warme zomers. De winter is ongeveer van juni tot augustus, dus onze zomerperiode. Maar niet getreurd: winter in het noordoosten van Zuid-Afrika betekent heel iets anders dan hier! De temperatuur overdag is vaak aangenaam, rond de 20 graden, en de lucht is over het algemeen strakblauw. ’s Avonds en ’s nachts koelt het echter wel sterk af, waarbij temperaturen onder de 10 graden niet ongewoon zijn. Als je in deze tijd van het jaar reist moet je dus inpakken voor zowel winter als zomer! Verder is het droogseizoen dus het regent zelden – voor ons Nederlanders een welkome bijkomstigheid. Dit betekent ook dat de bush niet zo dichtbegroeid is als tijdens de regenperiode, dus dieren zijn makkelijker te spotten en komen bovendien ook vaak naar drinkplaatsen waar ze makkelijker te vinden zijn.
In de zomermaanden, december tot februari, is het heet – vaak ruim boven de 30 graden – en het regent regelmatig. Dit betekent vaak dat de hitte zich als het waren opbouwt (soms over meerdere dagen) en dan uiteindelijk tot uitbarsting komt in een hevige regen- en/of onweersbui. Dit kan gepaard gaan met spectaculaire bliksemschichten, prachtig om te zien. Een dergelijke stortbui duurt vaak niet lang en binnen de kortste keren schijnt de zon weer volop. Het is dus wel vaak erg vochtig in de lucht en iemand die slecht tegen deze hitte en vochtigheid kan, kan deze tijd van het jaar wellicht het best vermijden.
De overige maanden van het jaar, maart – mei en september – november, zijn eigenlijk een balans tussen de bovenstaande twee jaargetijden. Het is ’s nachts niet zo koud als in de wintermaanden en overdag niet zo heet als in de zomermaanden. In maart en november kan het af en toe regenen, maar normaal gesproken niet zoveel als in de zomermaanden. In de maanden maart – mei is de bush nog prachtig groen en in de maanden september – november is de bush juist dorrer en droger.
De conclusie is: reizen naar het Krugerpark kan eigenlijk het hele jaar door!
Druk vs. Rustig
Eén van de dingen die vaak gezegd wordt over het Krugerpark is dat mensen bang zijn dat het te druk is en dat ze met vele auto’s tegelijk bij een sighting zullen staan. Hoewel het inderdaad kan voorkomen dat er meerdere voertuigen staan te kijken bij een dier, zijn er ook manieren om dit zoveel mogelijk te vermijden. Reis bijvoorbeeld buiten (Zuid-Afrikaanse) schoolvakanties en naar rustigere delen van het park. Buitenlandse toeristen maar ook Zuid-Afrikanen zelf zijn gek op het Krugerpark, en vaak is het park tijdens schoolvakanties en lange weekenden compleet volgeboekt. In het zuidelijke deel van het park zijn de meeste kampen, dus logischerwijs rijden er daar ook veel meer mensen rond. Ga je meer naar het noordelijke deel van het park, bijvoorbeeld vanaf Letaba naar boven, dan kom je in gebieden uit waar het vaak een stuk rustiger is, ook in populaire vakantieperiodes. Om een voorbeeld te noemen, wij hebben eens in augustus in de omgeving van Shingwedzi een uur bij een luipaard en haar welpje staan kijken waarbij er geen enkele andere auto langs kwam!
Desalniettemin willen we toch ook in overweging geven om de andere toeristen maar op de koop toe te nemen. Het Krugerpark blijft een bijzondere bestemming: een relatief goedkope manier om de kans te krijgen om bijna alle wilde dieren te zien waar Afrika bekend om staat, in hun natuurlijke leefomgeving! Tja, dan staan er inderdaad misschien andere voertuigen ook naar die jagende leeuwen te kijken…
Privé safari
Wel raden we ook vaak aan, als het budget en de beschikbare tijd het toelaten, om een bezoek aan het Krugerpark te combineren met een privé safari. Direct gelegen aan het Kruger National Park liggen diverse safari gebieden, waar “het gewone publiek” niet zelf mag rondrijden. In deze wildparken, of game reserves, zijn vele safari lodges gevestigd. Deze zijn vaak prachtig in de wildernis gelegen en hier ga je twee keer per dag, ’s ochtends en aan het einde van de middag, met een ervaren ranger en vaak een tracker, in een open safari voertuig op zoek naar wilde dieren. Waar je in het Krugerpark op de wegen moet blijven, mogen de rangers in deze gebieden vaak van de paden af en kunnen dus zo vaak dieren makkelijker volgen en dichterbij komen. Bovendien hebben zij vaak kennis over van alles en nog wat in de bush, groot en klein, en het is interessant om tijdens deze wildritten ook meer achtergrond informatie te krijgen. Een combinatie van een dergelijke safari met een verblijf in het Krugerpark is naar onze mening ideaal: het is heerlijk om even achterover te leunen en iemand anders de dieren te laten vinden, maar het is ook spannend en leuk om zelf rond te rijden en te zien wat je tegenkomt tijdens een ritje door het Krugerpark.
Al met al blijft het Krugerpark ook na al die jaren één van onze favoriete safaribestemmingen in Afrika. Het is misschien niet meer zo ongerept als andere meer afgelegen gebieden, maar er het aantal dieren in het park blijft heel goed en het blijft een bijzondere bestemming. Wij en veel van onze klanten hebben door de jaren heen de meest fantastische dingen gezien in het Kruger National Park!