Als je eenmaal het geweldige en (laten we eerlijk zijn) best spannende plan hebt om in Zuid-Afrika een safari te gaan maken, wil je ook alles eruit halen wat er in zit – toch? Waarschijnlijk komen er dan vragen op. Wat kan je verwachten? Wat moet je meenemen? Wat moet je wel en vooral niet doen? Daarover kunnen wij uren vertellen maar hier alvast wat welgemeende tips en adviezen voor een betere safari in Zuid-Afrika.

Kruger NP - Luierend luipaard in een boom

Kruger NP – Luierend luipaard in een boom

Wat is een safari eigenlijk?

Het woord ‘safari’ betekent simpel weg ‘reis’ in het Swahili. Swahili is één van de hoofdtalen die in Oost-Afrika gesproken wordt. In de jaren ’20-’30 van de vorige eeuw ontstond daar onder de blanke kolonisten de gewoonte om onder leiding van een gids korte tochten te maken de natuur in, vaak om (ook) te jagen. Zie de film Out of Africa, onder meer te zien op Netflix. Nog steeds is een safari een reis of tocht waarbij je iets gaat verkennen, meestal in de natuur maar tegenwoordig zijn er zelfs ‘stadssafari’s’. Sommige mensen bedoelen met ‘safari’ hun hele reis naar Afrika, maar het kan ook slaan op delen van de reis waarbij je echt de natuurparken intrekt. In ieder geval geldt: de safari was en blijft een centrale wens van bijna alle reizigers naar Afrika.

Kaapstad - Chapman's Peak Drive

Kaapstad – Chapman’s Peak Drive

En zijn allerlei soorten safari’s. Je kunt in Zuid-Afrika heel goed zelf op safari gaan. Je huurt dan een auto, rijdt een nationaal park in en je gaat in prachtige landschappen zelf op zoek gaan naar dieren. Meestal kan je daar dan ook losse safari-activiteiten met gids boeken, zoals wildritten en wildwandelingen. Je slaapt in huisjes of in een tent op je dak en regelt zelf maaltijden of je eet in het kamprestaurant dat in de grotere kampen meestal aanwezig is.

Kruger National Park - Leeuw loopt voor auto uit

Kruger National Park – Leeuw loopt voor auto uit

Vind je dat eng, te veel gedoe of wil je meer zien en leren, dan kan je het beste naar een safari lodge gaan voor een georganiseerde safari. Dit zijn mooie accommodaties midden in de bush waar wildritten en soms ook wandelingen al inbegrepen zijn. Je rijdt dan dus niet met je eigen voertuig rond, maar in een speciaal open safarivoertuig. Verder is er bij dergelijke bestemmingen volledige verzorging inclusief alle maaltijden. Dergelijke privé lodges liggen vaak in natuurparken met eigen regels, er is meer toegestaan dan in de nationale parken. Je mag bijvoorbeeld van de paden af en vaak mag je ook na donker nog een tijdje rondrijden. De kans op het zien van bijzondere dingen is dus veel groter dan wanneer je zef rondrijdt en op de paden moet blijven. Een combinatie van zowel zelf rijden als een georganiseerde safari in Zuid-Afrika is ook een prima idee. Dit verwerken wij vaak in onze maatwerkreizen, kijk maar eens naar voorbeelden op Safari Reizen Zuid-Afrika.

Waar in Zuid-Afrika kan je op safari?

Op heel veel plaatsen! Het meest bekend is Krugerpark en omgeving. Dit gedeelte van Zuid-Afrika staat lokaal bekend als het laagveld (low veld). Behalve Kruger Nationaal Park zijn hier wereldberoemde privé parken als Sabi Sands, Thornybush en Timbavati. Door de ligging en het klimaat is dit van oudsher dé plek waar de meeste dieren voorkomen. Nog steeds is het laagveld naar onze mening het beste gebied voor een safari in Zuid-Afrika. Dit komt door de gezien de variatie in landschappen en dus in dieren, vogels en flora. Je moet er wel goed de weg weten want er is een wirwar aan natuurreservaten, lodges en safari operators. De safarizone wordt ook steeds groter. Dat is enerzijds goed nieuws want hoe meer aaneengesloten gebieden ontstaan, hoe beter voor de dieren. Anderzijds moeten er dan geen hekken tussen die gebieden zitten en wij zien wel dat er ook aanbieders bijkomen, vooral aan de randen, die eigenlijk te weinig te bieden hebben. Alleen dat is op internet niet te zien…

Kruger National Park - Olifanten drinken water

Kruger National Park – Olifanten drinken water

Een tweede belangrijk gebied is Umfolozi-Huhluwe en omringende gebieden, waaronder Isimangaliso (St. Lucia Wetlands). Dit is dichter bij de Indische Oceaan kust, dus het is een ander landschap met meer groen, meer heuvels en meer water. Ook hier zijn uitstekende safari’s te doen, zowel voor self-drivers als georganiseerd (bijvoorbeeld in Phinda). En ook hier komen alle iconische dieren van Afrika voor, waaronder de Big Five. Bovendien kan je de safari combineren met een strandbezoek, de ideale combinatie.

Hluhluwe-Imfolozi - Giraffen tussen de bomen

Hluhluwe-Imfolozi – Giraffen tussen de bomen

Krugerpark & omgeving en Umfolozi-Hluhluwe hebben een laag risico op malaria. Om dit risico te beperken kunt u diverse voorzorgsmaatregelen nemen. Maar is malaria toch een probleem, dan kunt u het beste naar Madikwe Game Reserve gaan. Dit ligt in weer een ander deel van Zuid-Afrika op een halve dag rijden vanaf Johannesburg en dit deel van het land is geheel malariavrij. Ook hier komen alle dieren voor. U kunt er prachtige safari’s maken onder begeleiding – zelf rijden kan daar echter niet.

Madikwe Game Reserve (10)

Madikwe Game Reserve – Zebra’s op de weg

Een vierde optie, ook malariavrij, is in de Oost-Kaap, het gebied rondom Port Elizabeth net ten oosten van de Tuinroute. Hier kan je óók de combinatie van nationaal park (Addo Elephant National Park) en privé reservaat maken (bijvoorbeeld Amakhala of Kwandwe). Hier treft u en heel ander landschap, namelijk het typisch Kaapse fynbos met veel laag groeiende bomen en struiken en letterlijk duizenden soorten planten, bloemen, mossen en grassen. Ook hier kunt u mooie safari’s doen maar voor de ervaren safariganger is het wel zichtbaar dat er in de Oost-Kaap minder (grote) dieren zijn en dat er bijna overal veel meer wordt ingegrepen in de natuur. De parken zijn hier meer ‘gemanaged’.

Amakhala Game Reserve - leeuwen

Amakhala Game Reserve – leeuwen

Tip: gaat u een lange reis doen van Kaapstad naar Johannesburg en safari’s zijn belangrijk, start dan in Kaapstad. Dan krijgt u een mooie opbouw in de natuurparken die u gaat bezoeken.

Beste reistijd voor je safari in Zuid-Afrika

In Zuid-Afrika kan je het hele jaar door op safari. Voor het noorden en oosten van het land geldt: in de droge maanden (mei-oktober) is er minder gebladerte en kan je de dieren in theorie dus makkelijker zien. Het is dan ook kouder, vooral in de maanden juni –augustus kan het ’s avonds afkoelen. Overdag is het vaak prima weer. In de nattere maanden (oktober-maart) is het warmer tot zeer warm. Het voordeel van deze maanden is dat de bush groener is en dat sommige (maar lang niet alle) dieren dan jongen hebben.

Cheetah op de weg

Aan de zuidkant (Tuinroute en Kaapprovincies) heerst een ander klimaat. Hier kan het in de periode juni-augustus minder goed safari weer zijn (soms regen en of wind), In de Zuid-Afrikaanse zomer(oktober-april) is het daar meestal stralend weer. De best reistijd hangt mede af van je persoonlijke voorkeuren (hou je van warmte of niet) en wat je nog meer wilt gaan doen in Zuid-Afrika. Zie ook onze meer uitgebreide blog: Beste reistijd voor Zuid-Afrika.

Serengeti NP - apen

Houd baviaan en blauwaapjes buiten je tent of huisje!

Wat moet je wel en niet doen op safari?

Geef dieren de ruimte!

Je ziet wel eens filmpjes of foto’s op internet van dieren die mensen of voertuigen ‘aanvallen’. Bedenk dan ten eerste dat dit grote uitzonderingen zijn. Ten tweede zie je vaak zelf al dat het dier onvoldoende ruimte krijgt van de mens (die meestal in een voertuig verschanst zit). Alleen in zéér uitzonderlijk situaties zullen dieren uit zichzelf een mens aanvallen, bijvoorbeeld als ze ziek of gewond zijn, als ze baby’s hebben of als ze paardrang hebben. Dat laatste komt bijvoorbeeld voor bij mannetjesolifanten en is herkenbaar aan ‘tranen’/vocht op zijn wangen. In andere gevallen waarin een dier aanvalt, is het bijna altijd omdat het dier zich bedreigd voelt door jou, of (en dat is wel lastig) door een mens/voertuig wat net voor je zit en het dier al geïrriteerd heeft. Houd dus altijd ruim afstand, zorg dat je achteruit kunt rijden en ga vooral niet door een kudde of andere groep dieren heen rijden. Soms moet je echt een tijd wachten voordat je verder kunt.

Kruger NP - Olifanten steken de weg over

Kruger NP – Olifanten steken de weg over

Hou je aan de regels!

Ga je zelf rijden blijf dan in het voertuig, hang niet naar buiten of uit het open dak, ook niet met je selfie-stick of gopro. Houd de ramen dicht als dieren dichtbij komen. In de auto ben je veilig, dieren zijn er aan gewend dat voertuigen geen bedreiging zijn en ook niet eetbaar. Op sommige plekken mag je uit de auto, dit staat duidelijk aangegeven. Dat betekent alleen maar dat je er uit mag op eigen risico. Het betekent niet dat er geen dieren zijn (!). Je bent dan dus zelf verantwoordelijk om heel goed op te letten en terug in de auto te gaan als er grotere dieren opduiken. Houd sowieso de ramen en deuren goed dicht als je de auto uitgaat. Vooral apen kunnen brutaal zijn. Doe vuilnis in de prullenbakken of neem het mee. Verblijf je in een tent of huisje doen dan altijd de ramen dicht, ritsen dicht, etc. Zorg dat dieren niet naar binnen kunnen.

Kruger NP - Baviaan op geen toegang bord

Kruger NP – Baviaan op geen toegang bord

Luisteren!

Ga je mee met een georganiseerde safari, luister en kijk dan heel goed naar de gids/ranger. Je zit dan in een open safarivoertuig en ook dan geldt dat je niet naar buiten moet hangen, ook al zijn er geen ramen. Sta ook niet op, zelfs niet om een foto te maken of van plaats te verwisselen. Dieren zijn gewend aan het silhouet van het voertuig. Als dit doorbroken wordt, worden ze onrustig en rennen ze weg. Ze zijn ook gewend aan het geluid dat het voertuig maakt, dus het starten en draaien van de motor en mensen die praten. Zodra dit anders wordt, bijvoorbeeld hard praten, of kinderstemmetjes, worden ze ook weer onrustig. En als er iets spannends gebeurt zal de ranger gebaren dat u volledig stil moet zijn. Dat is één van de redenen waarom safari’s met jonge kinderen beperkingen hebben.

KwaMbili Lodge - Sundowners tijdens wildrit

KwaMbili Lodge – Sundowners tijdens wildrit

Deze tip voor een veilige safari ’s in Zuid-Afrika gelden natuurlijk helemaal als u safariwandelingen gaat maken. Indien er gevaarlijk wild in het natuurpark is, zal dit altijd onder begeleiding van een speciaal opgeleide ranger zijn. Hij of zij geeft een duidelijk briefing aan het begin van de wandeling. Let daarbij goed op en vraag door als u niet alles begrijpt. Soms zijn de accenten moeilijk te volgen of zij lijden aan ‘safari speak’ met allerlei vaktermen. Kenmerken zijn in ieder geval dat u achter elkaar loopt, dus in ganzenpas, en dat u op zijn of haar commando moet stil staan, stil zijn, hurken, achteruit lopen, of een andere commando onmiddellijk en zonder dralen opvolgt. Heel soms moet u soms snel een boom in klimmen maar dat is bij ons de afgelopen 30 jaar maar een handvol keren voorgekomen. Het allerbelangrijkste is ins ieder geval: niet rennen! Tenzij de ranger zegt dat het wel moet. Rennen triggert allerlei instincten bij dieren en dat wil je nu juist voorkomen.

Sango Safari Camp - In ganzenpas tijdens bushwalk met ranger

In ganzenpas tijdens bushwalk met ranger

Welke kleding moet ik aan op mijn safari in Zuid-Afrika?

Zeker als je gaat wandelen, is het een goed idee om safarikleuren te dragen omdat je zo min mogelijk wilt opvallen. Safari kleding heeft altijd rustige, matte kleuren die in de natuur voorkomen – dus khaki, matgroen, bruin, grijs, beige. Liever geen felle kleuren zoals roze, geel en rood (dit trekt ook insecten aan). Zwart kan, maar wordt vaak erg warm. Blauw schijnt vliegen aan te trekken en wit weerkaatst te veel. Vale kleuren zijn het best.

Pafuri Walking Safaris - Uitzicht over Lanner Gorge

Pafuri Walking Safaris – Uitzicht over Lanner Gorge

Schoenen zijn belangrijk op safari. Hoewel sommige mensen met teenslippertjes op wildritvoertuigen zitten, raden wij dat niet aan. Dichte schoenen met profiel zijn het best, zelfs als het warm is. Tijdens stops onderweg sta je namelijk in zand, gras, stof of op kiezels en rotsen en daarin komen natuurlijk kleine beestjes voor die kunnen bijten, prikken of kriebelen. Bovendien hebben heel veel planten scherpe doorns en die kunnen ook in het zand liggen. In uitzonderlijke gevallen komt het voor dat het voertuig vast komt te zitten en dan is het fijn als je mee kunt duwen, vanuit je stevige ‘verstandige’ bushschoenen. Je hoeft trouwens geen speciale schonen aan te schaffen. Stevige sneakers met goed zool die vuil mogen worden is ook prima.

Schoenen of sandalen

Qua kleding ligt het aan het seizen welke kleding je het beste aan kunt doen. Ga je in Zuid-Afrika op safari in hun ‘winter’ (ca. mei/juni-september) dan kan het vroeg in de ochtend en in de avond flink afkoelen. Wildritten vertrekken heel vroeg – rond 06.00 uur kan het heel koud zijn. Als je dan in een open voertuig zit, snijdt de kou door je heen. Dus laagjes dragen, een lange broek en minimaal een warme fleece of trui en (vooral) een winddichte jas. Sommige safari-gangers dragen zelfs mutsen en handschoenen. Totdat de zon boven de horizon uitkomt, natuurlijk – dan warmt het meestal heel snel op en kunnen er een paar lagen uit!

Elephant Plains - cheetah tijdens privé safari

Elephant Plains – luipaard tijdens privé safari

Reis je in de Zuid-Afrikaanse zomer (ca. okt-mei) dan kan het juist heel warm zijn en kun je volstaan met korte broeken en t-shirts. Echter, je zult zien dat de lokale safari professionals khaki of groene overhemden dragen. Van vrij dikke katoen en met een kraag. Die geven een veel betere bescherming tegen de warmte (en doornstruiken) en tegen het verbranden van je nek en schouders. In het Afrikaans is een ‘rooinek’ een scheldwoord voor iemand van Engelse afkomst, dus iemand die niet weet wat je moet doen in de bush (volgens de Afrikaners dan). Er is ook het bekende gezegde ‘Mad dogs and Englishmen go out in the midday sun’. Hollanders dus niet. Een hoed met rand is een prima idee in de zon, of je nu man, vrouw, volwassen of kind bent.

Wat moet ik nog meer meenemen op safari?

Doe als de zon schijnt voor de wildrit zonnebrandcrème op en insectenspray met een hoog percentage Deet. Dus niet de goedkope versie maar een product met 40% Deet of meer. Heb je dan ook nog je waterfles, je cameraspullen en eventueel je verrekijker bij de hand, dan ben je helemaal klaar voor je safari. En kom je dan terug en moet je in het donker je huisje of tent terugvinden, dan is een zaklantaarn ontzettend fijn.

Veel plezier op safari!

Ontdek de omgeving met een verrekijker