Knuffel Farms in Zuid-Afrika
Veel mensen hebben een diep verlangen om wilde dieren van dichtbij te zien. Ze zijn zo mooi en mysterieus en vooral jonge dieren maken een beschermend oerinstinct in onszelf los. Dat is zeer begrijpelijk.
Op diverse plaatsen in Zuid-Afrika is er zogenaamde animal interaction mogelijk. U kunt dan bijvoorbeeld jonge dieren aaien, of het is mogelijk om te wandelen met dieren, vaak met cheeta’s en/of olifanten, soms zelfs met leeuwen. Er kunnen omstandigheden zijn waarin wij kunnen begrijpen waarom er besloten is om een dier met de fles groot te brengen, dus om ze tam te maken. Met name als de moeder door jagers of stropers is vermoord, is het des te droeviger als ook de jongen aan hun lot worden overgelaten en onherroepelijk omkomen. Dus wellicht zijn er situaties waarin hetzelf opvoeden van een weesdier te rechtvaardigen is. Het zou dan moeten gaan om één enkel individueel dier, dat vervolgens ook voor altijd blijft bij de lodge en zijn verzorgers.
Maar uiteindelijk is het onnatuurlijk en slecht voor wilde dieren om gewend te raken aan mensen. Na langdurig contact met mensen – zeker als het steeds andere mensen zijn – kunnen zij vrijwel nooit meer terug in het wild. Zij worden niet geaccepteerd door hun echt wilde soortgenoten, zij kunnen niet voor hun eigen voedsel zorgen en blijven vaak terugkeren naar de plek waar het voedsel wel gemakkelijk beschikbaar was. Maar bij het huis van hun jeugd is vaak niet meer zoveel belangstelling voor het inmiddels volwassen weesdier, dat inmiddels te groot, te gevaarlijk en te duur is geworden. Een volwassen leeuw is nu eenmaal wat minder schattig dan een welp. En een leeuw die gewend is aan mensen is zelfs ronduit gevaarlijk. In de gunstigste gevallen is er wel de intentie om het dier terug te brengen in zijn natuurlijke omgeving (rehabilitation) maar dat lukt vrijwel nooit.
Naarmate er meer vraag is naar animal interaction ontstaan er zogenaamde knuffelfarms waar er non-stop knuffelbare dieren aanwezig zijn. Probleem is: wat gebeurt er met deze dieren na een maand of zes? Antwoord: zij komen terecht in fokprogramma’s en spenderen de rest van hun leven in kooien. Of, erger, ze worden ingezet in de jachtindustrie waar ze als trofee worden neergeschoten door jagers die daar tienduizenden Euro’s voor over hebben. Vooral het zogenaamde canned hunting (ingeblikte jacht) is berucht. Bij deze vorm van jagen zit het dier in een afgesloten gebied waar het niet uit kan. Het ziet er soms nog uit als bush maar er staat gewoon een hek omheen dus de canned hunt lukt altijd. Voor zover je al van “fair” jagen kunt spreken, is canned hunting ook onder de echt professionele jagers onacceptabel.
Dus hoe schatting en fotogeniek zo’n foto met een dier is, geef er niet aan toe en stimuleer de knuffel farms niet! En zie ook onze Blog over rijden op een olifant…u raadt al hoe we daar over denken…
Meer informatie vindt u ook op www.knuffelfarms.nl