Zo spot je de Big Five in Zuid-Afrika!
“The Big 5” is een uitdrukking die je veel hoort als je je verdiept in reizen naar Afrika. Deze term komt uit de jachtwereld en slaat op de 5 dieren die het gevaarlijkst zijn om te bejagen. Wanneer een jager één van de volgende 5 dieren moet vinden en doden, moet hij heel goed uitkijken voor zijn eigen veiligheid: luipaard, leeuw, olifant, neushoorn en buffel. Zuid-Afrika is één van de beste landen om alle vijf te zien – hoe creëer je een zo groot mogelijk kans op het spotten van de Big Five in Zuid-Afrika?
Hoewel er nog altijd een forse jachtindustrie is in Afrika, wordt de term “The Big 5” nu vooral ook gebruikt in de safari lodges die zich richten op toeristen omdat dit tegelijk ook de dieren zijn die heel veel mensen willen zien. Dit noem je dan een “photographic safari”, in tegenstelling tot een “hunting safari”. Jachtreizen organiseren wij overigens niet.
Garantie op het vinden van de Big 5 dieren tijdens een safari reis naar Zuid-Afrika is er nooit, ook niet in de allerduurste en beste wildparken. Ja, zelfs als er wel garantie wordt gegeven, weet je meteen dat er iets niet klopt bij zo’n bestemming. Dan is het een niet-natuurlijke situatie, bijvoorbeeld de dieren worden gevoerd, of zitten in kleine, omheinde gebieden. En ook vinden wij de focus op The Big 5 soms eigenlijk best zonde. Het legt een onnodige druk op rangers en trackers, terwijl er tal van andere dieren zijn die ook prachtig en interessant zijn, zoals giraffen, zebra’s, allerlei antilopesoorten, kleinere dieren, vogels en zelfs reptielen en insecten. En er zijn dieren die zelfs nog zeldzamer zijn dan The Big 5, zoals cheeta’s en wilde honden.
Maar, okay, er zijn weinig mensen die The Big 5 niet willen zien – dus wat zijn dan de belangrijke dingen die je moet weten over de Big 5 dieren en hoe maak je de kans op het zien, of ‘spotten’ van deze iconische Afrikaanse dieren zo groot mogelijk?
Buffel (Syncerus Caffer)
We beginnen met het dier dat door veel mensen als het minst interessant gezien wordt, de Kaapse Buffel. De buffel lijkt in veel opzichten op andere rundachtige kuddedieren, waaronder onze ietwat saaie koeien. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, wordt de buffel echter gezien als de gevaarlijkste van de Big 5 dieren. Buffels zijn oersterk, onverschrokken, onvoorspelbaar en ze werken heel goed samen. Terwijl de meeste dieren bij onraad een confrontatie uit de weg gaan (ook de andere vier van The Big 5), staan buffels er om bekend dat zij er soms juist op af gaan. Dit kan uiterst gevaarlijk zijn voor de “indringer”, bijvoorbeeld deelnemers aan een wandelsafari die te dichtbij komen (of een jager). Buffels vind je in bijna alle grote wildparken in Zuid-Afrika, bijvoorbeeld Kruger, Hluhluwe-Imfolozi, Addo en Madikwe.
Witte en Zwarte Neushoorn (Ceratotherium Simum/ Diceros Bicornis)
Officieel hoort alleen de zwarte neushoorn tot The Big 5. De zwarte neushoorn heeft puntige lippen en eet voornamelijk struiken. Hij is schuwer dan de witte neushoorn, iets kleiner en hij kan nogal agressief reageren wanneer hij een indringer opmerkt. De witte neushoorn heeft brede lippen en eet voornamelijk gras. Over het algemeen zijn de witte neushoorns wat relaxter. De benamingen “wit“ en “zwart” slaan niet op de kleur van de huid (die is ongeveer hetzelfde), maar het is een verbastering van het Engelse “wide-lipped”. “Wide” veranderde in “white” – en bij ons dus “wit”. Een ander bijzonder verschil is dat de kalveren bij een witte neushoorn vaak vóór de moeder lopen, terwijl dit bij de zwarte neushoorn andersom is. Dit heeft te maken met het feit dat de zwarte neushoorn zich vaak in dichte bosjes ophoudt waar roofdieren in hinderlaag kunnen liggen, dus op deze manier moet de aanvaller eerst om de moeder heen.
Hoewel de beginnende safariganger de beide neushoornsoorten vaak met moeite kan onderscheiden, vinden locals dit moeilijk te begrijpen. In Afrikaanse talen zijn er ook totaal verschillende woorden voor beide soorten. Bijvoorbeeld, een witte neushoorn heet umkhumbe en een zwarte neushoorn heet ubhejane in het Zulu. Verreweg de beste plek voor het zien van veel neushoorns is Hluhluwe- Imfolozi Game Reserve. Meer foto’s van neushoorns? Dit is een leuke pagina.
Olifant (Loxodonta Africana)
De olifant, het grootste landdier ter aarde, is een favoriet van bijna elke Afrikaganger. Het zijn hoog-intelligente dieren met een groot aanpassingsvermogen en een ingewikkelde sociale structuur – altijd fascinerend om te zien. Olifanten zijn er in alle echte bush parken zoals het Greater Krugergebied, Hluhluwe-Imfolozi, Madikwe en Addo. Wanneer de olifanten goed gewend zijn aan safarivoertuigen die zich “op de correcte manier” gedragen (volgens de olifant), kunnen ze vaak verbazingwekkend dicht benaderd worden. Heel soms komen olifanten zelfs vanzelf naar je toe, bijvoorbeeld in kampen waar er geen hekken om het terrein staan. Het blijven echter wilde dieren die niet geschikt zijn om geaaid, laat staan bereden te worden. Lees hier hoe wij denken over het rijden op olifanten in Afrika, en zogenaamde “animal interaction” adressen in het algemeen.
Leeuw (Panthera Leo)
De leeuw is de grootste katachtige van Afrika en dat weet hij/zij heel goed. Als er geen welpen zijn, is de leeuw eigenlijk vooral geïnteresseerd in zijn eigen soort. Het is een sociale soort en echte vijanden zijn er nauwelijks. Maar dat wil niet zeggen dat zij niet een pittig leven hebben, want de uitdagingen zijn talrijk. Territoria en vrouwtjes moeten worden veroverd dan wel verdedigd, om de paar dagen moet er een grote prooi worden gedood, té gevaarlijke conflicten moeten worden vermeden, onderlinge verhoudingen moeten goed blijven. Als er wel welpen zijn (en dat is normaal ongeveer 1 x per jaar) staan vooral de vrouwtjes op scherp. Naast de zwangerschap, het zogen en het in het gareel houden van beweeglijke welpjes, moeten zij zorgen dat de vader zijn plichten vervult. Lukt hem dat niet dan is de kans groot dat de welpen gedood worden door een luipaard, hyena of andere leeuw en moeten zij weer van voren af aan beginnen. Leeuwen hebben het hier hun leven lang druk mee.
Helaas is dit niet altijd zichtbaar bij een sighting van leeuwen. Overdag rusten zij namelijk uit van al deze beslommeringen, en lijken zij lui te liggen slapen (met altijd wel minimaal één leeuw(in) die wakker blijft). Maar als de zon onder gaat, komen ze in actie en gaat het los. Wie ooit in een tent heeft geslapen met een brullende leeuw in de buurt, weet hoe formidabel deze dieren zijn – met recht de koning van de bush. Leeuwen zijn er in alle echte bush parken zoals het Greater Krugergebied en Madikwe. Katachtigen zijn altijd wel minder talrijk dan grazende Big 5 dieren. In parken als Hluhluwe-Imfolozi en Addo zijn ook leeuwen, maar daar zijn ze wel moeilijker te vinden.
Luipaard (Panthera Pardus)
Van alle Big 5 dieren is het luipaard het moeilijkst vindbaar. Gek genoeg is hij niet ernstig bedreigd. Het is een zeer succesvolle kat die in grote delen van Afrika voorkomt in allerlei verschillende leefomgevingen. Luipaardsporen worden gezien in de bush maar ook in de bergen, bij dorpen en zelfs bij steden. Net als de leeuw is het luipaard ’s nachts het meest actief, maar hij is veel moeilijker te vinden omdat hij solitair leeft, en het liefst niet in al te open terrein. Een luipaard is dus meestal alleen en hij is zeer goed gecamoufleerd. Hij trekt zich vaak terug diep in de bosjes of hoog in een boom, het liefst met een “kill” naast zich op de tak – veilig van leeuwen, hyena’s en andere kapers op de kust. De beste plekken voor het spotten van luipaarden zijn Sabi Sands Game Reserve, Thornybush Game Reserve en Timbavati Game Reserve. Deze reservaten zijn groot genoeg, ze worden al vele jaren goed gemanaged en hebben de ideale vegetatie. Deze drie parken zijn overigens allemaal open naar Krugerpark, waar je ze ook kunt zien als je geluk hebt.
Stichting Spots
In Nederland doet de Stichting Spots heel goed werk op het gebied van bedreigde katachtigen.
Hoe vergroot je de kans op het zien van de Big Five in Zuid-Afrika?
Ga lang genoeg. Het is niet realistisch om teveel te verwachten als je maar enkele dagen op safari gaat. In een langere reis kan je meerdere parken aandoen. Als dit te eentonig lijkt kunnen we andere bestemmingen tussendoor plannen. Maar 2 blokjes van enkele dagen safari is voor de meeste mensen niet te veel, en voor de echte safariliefhebber veel te weinig.
Ga naar verschillende parken. Indien je naar verschillende parken gaat zal je verschillende habitats (leefomgevingen) zien en in elke habitat is de distributie van soorten weer anders. Hoe meer verschillende plekken, hoe meer kans op het zien van verschillende dieren. Dit heeft onder meer te maken met de geologie en grondsoorten en de bijbehorende vegetatie, de aanwezigheid van water en ook met het natuurbeheer in een specifiek park.
Grijp elke kans, ochtend en avond. Je hebt 10.000 km gevlogen om een rondreis door Zuid-Afrika te maken, dus sla het uitslapen een paar dagen over. Ga mee met elke wildrit en wildwandeling, hoe vroeg die ook vertrekt, hoe warm of koud het ook is, en ook als het al de 6e op rij is. Ga je niet mee, dan treedt Murphy’s Law namelijk in werking: dan wordt er juist iets hééél bijzonders gevonden wat je nog niet gezien had en altijd al had willen zien.
Ga ook zelf rijden. Wij zijn een groot voorstander van een verblijf in een goede privé safari lodge indien het budget het toelaat. Echter, zelf gaan rijden in nationale parken, bijvoorbeeld Kruger National Park, is ook leuk en je ziet er verbazingwekkend veel. Indien je niet aan vakanties gebonden bent, kunnen we de route meestal zo plannen dat het niet al te druk is. Maar ook als je wel gebonden bent aan schoolvakanties, bijvoorbeeld bij een familiereis naar Zuid-Afrika, weten wij de mooie plekjes te vinden. Bovendien leg je met reizen door een nationaal park als het Krugerpark ongemerkt toch afstand af naar de volgende bestemming, maar dan wel op een interessante manier. In veel parken kun je overnachten in huisjes en vaak is er ook een restaurant. Maar juist op deze dagen is het leuk om ook een keer zelf te koken d.w.z. om een echte Zuid-Afrikaanse braai te organiseren bij het huisje.
Wees geduldig. Het is geen dierentuin. Het kan voorkomen dat je 2 dagen niet veel bijzonders ziet. Dit kan overigens ook liggen aan je eigen vaardigheden. Het valt nog niet mee om wild te spotten (zie ook het volgende punt). Maar je kunt ook gewoon pech hebben. Vooral bij druilerig, bewolkt weer houden de dieren zich vaak meer schuil. Blijf gewoon volhouden en heb ook oog voor de schoonheid van het landschap en van veel voorkomende dieren zoals impala’s en voor bijvoorbeeld vogels.
Vertrouw de ranger en tracker. Het vergt jaren stampen van feiten en ervaring in de bush om een goede tracker of ranger te worden. Zij doen hun uiterste best om de rit of wandeling zo interessant mogelijk te maken en ze hebben er echt veel verstand van. En zij hebben zeker hulp nodig. Als gast zit je meestal hoger en zou je meer moeten zien dan zij.
Voor meer informatie
Neem contact met ons op of kijk naar de reizen op onze website waarbij je veel kans maakt op het zien van de Big Five in Zuid-Afrika (en andere landen), bijvoorbeeld:
Reis 1019: Zuid-Afrika Puur Safari
Reis 1005: Zuid-Afrika Oostkant – basis niveau
Reis 1006: Zuid-Afrika Oostkant – comfortabel niveau
Reis 1016: Zuid-Afrika Safari + Strand – basis niveau
Reis 1017: Zuid-Afrika Safari + Strand – mix van niveaus
Reis 1302: Zambia – Self-drive en Kamperen